Jan Arent Scholten

Jan Arent Scholten HZn (Delft, 12 februari 1792 - Rotterdam 26 januari 1876) was een landmeter en waterbouwkundige. Hij was de zoon van Hendrik Scholten en Catharina van Luijk en trouwde achtereenvolgens met Petronella van Ooijen, Cornelia Kater en Jannetje Wels. Zijn eerste twee echtgenotes zijn vroeg overleden (in 1820 en 1836). Hij was van 1817 tot 1863 "fabriek-landmeter en huisbewaarder" van het Hoogheemraadschap van Schieland te Rotterdam.

Droogmakerij Bleiswijk en Hillegersberg

In december 1833 was het slecht weer met veel regen, waardoor de boezem van Schieland heel vol stond. Op 26 december werd een doorbraak geconstateerd en zijn door toedoen van Scholten onmiddellijk alle keersluizen en schotbalkkeringen in het gebied gesloten, waardoor de overstroming beperkt bleef. In zijn rapport over deze doorbraak analyseert hij wat er allemaal goed en fout ging, en uitgebreid beschreven in zijn Algemeen verslag van de doorbraak in de droogmakerij van Bleiswijk en Hilligersberg, voorgevallen den 26 sten December 1833. Bij deze publicatie hoort een kaart, die digitaal beschikbaar is in het Rotterdams Stadsarchief (ingekleurde versie van 1833).

Het Waterproject

Waterproject 1854 - in oranje de nieuwe singels
Westersingel in Rotterdam

Vanaf 1840 hield stadsarchitect Willem Rose zich bezig met de waterproblematiek. In 1841 ontwierp hij met landmeter Jan Arent Scholten een eerste en in 1854, na een nieuwe cholera-epidemie, een definitieve versie van het Waterproject: een stelsel van singels, dat zowel een hygiënische oplossing voor de doorspoeling van de stadswateren vormde als een structurerend element voor de stadsuitbreidingen. Daarnaast vormden de door landschapsarchitecten Jan David Zocher en diens zoon Louis Paul Zocher in landschapsstijl ontworpen singels de eerste openbare groenvoorzieningen. Voor het Waterproject werden twee singel-complexen in de polders rond de stad aangelegd, met aan het einde van de singels een gemaal. Vers water werd ingelaten vanuit de Nieuwe Maas. Dit water spoelde door de grachten en vaarten naar het lager gelegen polderniveau en werd via de gemalen weer teruggepompt in de Nieuwe Maas. Door het Waterproject verbeterde de kwaliteit van het oppervlaktewater in Rotterdam aanzienlijk en nam ook de stankoverlast af.

Waterafvoer Delfland

In 1846 schreef het Hoogheemraadschap van Delfland een prijsvraag uit om een oplossing te vinden voor de waterafvoer problemen van Delfland. Samen met Storm Buysing en Van der Kun was Scholten de jury hiervoor. Ze kwamen tot de conclusie dat geen van de inzendingen het probleem zou oplossen, en schreven hier een uitgebreide memorie over in 1850. Ze adviseerden om de boezem te verruimen en de obstakels (met name de bruggen in de watergangen) te verwijderen of te verruimen.

De kade langs de Boompjes

Door de stadsarchitect Willem Rose (waarmee Scholten het waterproject had uitgevoerd) werd een kade langs de Boompjes ontworpen en uitgevoerd. Deze kade verzakte al vrij snel, en er werd r commissie benoemd door B&W van Rotterdam in 1854 om dit uit te zoeken. Leden van de commissie waren naast Scholten D.J. Storm Buysing, J.A. Beyerinck en A.G. Dekker, een aannemer uit Sliedrecht. Dit rapport was nadelig voor Rose, want B&W stelden in de raadsvergadering van 19 oktober 1854 voor, hem met ingang van 1 juni 1855 te ontslaan.[1] De tekeningen die Scholten hiervoor maakte zijn beschikbaar in het Stadsarchief Rotterdam.

Molenassen

Tot ca. 1835 waren molenassen gemaakt van massieve, dikke eiken balken. Deze hadden een beperkte levensduur. Er werd daarom gezocht naar vervanging door gietijzer. Rond 1800 werd bij de Nieuwkoopse Droogmakerij hiermee geëxperimenteerd, maar dit werkte niet want de belasting op de constructie was te groot. In 1833 publiceert Scholten zijn “Beschrijving van gegoten gietijzeren molenassen met gekoppelde roeden”. In 1834 wordt als proef een ijzeren as gestoken in een der Hogeboezem-molens van Schieland, maar ook die bleek niet succesvol. Een iets andere versie van deze as, gemaakt op de werf van de NSBM (Nederlandse Stoomboot Maatschappij) van ir. Gerhard Moritz Roentgen was wel succesvol.[2]

Publicaties van Jan Arent Scholten

De locatie van originele exemplaren van deze publicaties is te vinden door uitvouwen van Bibliografische Informatie hieronder en dan op het OCLC nummer achter ‘world cat identities’ te klikken.

  • Jan Arent Scholten (1836). Algemeen verslag van de doorbraak in de droogmakerij van Bleiswijk en Hilligersberg, voorgevallen den 26 sten December 1833. P. van Waesberghe, Rotterdam, 50 blz; tekeningen niet gescand. Gearchiveerd op 25 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1834). Beschouwing van de Schie, in derzelver betrekking als boezem voor de ontlasting van de polder-landen. Wed. van der Meer & Verbruggen, Rotterdam, 46 blz. Gearchiveerd op 28 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1830). De afsluiting van den Goudschen Ysel in het belang van koophandel, landbouw en fabrijkwezen beschouwd. Wed. Van der Meer en Verbruggen, Rotterdam, 32 blz. Gearchiveerd op 28 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1850). Statistieke opgave en beschrijving van den Alblasserwaard en de Vijf Heeren Landen, (antwoord op vraag 104 van het Bataafs Genootschap). Van Baalen, Rotterdam, pp 114-263. Gearchiveerd op 25 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1847). Gedachten over de wind- of stoombemaling van polders, benevens eenige opmerkingen omtrent het stoomtuig de Leeghwater. Van der Meer en Verbruggen, Rotterdam, 69 blz + 2 tabellen. Gearchiveerd op 28 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1841). Proeve tot beantwoording der 75e vraag van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam, aldus luidende: Welke middelen zijn er bij den tegenwoordigen staat onzer rivieren in het werk te stellen, om zoo wel de schadelijke overstroomingen voor te komen, of ten minste zoo veel mogelijk te beteugelen, als om de bevaarbaarheid der verschillende riviertakken te behouden en te verbeteren. Van Baalen, Rotterdam, 79 blz, tekening niet gescand. Gearchiveerd op 28 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1839). Beschrijving van eenen verbeterden scheprad-watermolen: benevens ontwikkeling van een plan voor molens met ijzeren raderwerken. Van der Meer en Verbruggen, Rotterdam.
  • D.J. Storm Buijsing,, L.J.A. van der Kun en J.A. Scholten (1850). Memorie over de verbetering van Delflands waterstaat, 23 blz met 1 kaart. Gearchiveerd op 28 september 2022.
  • Jan Arent Scholten (1833). Beschrijving van gegotene ijzeren molenassen met gekoppelde roeden. Van der Meer & Verbruggen, Rotterdam, 25blz +tekening. Gearchiveerd op 28 september 2022.

Kaarten

  • Jan Arent Scholten (1821). Figuratieve kaart van Schieland. van Mensing en Van Westreenen, Rotterdam. Gearchiveerd op 13 augustus 2023.
  • Jan Arent Scholten (1833). Figuratieve kaart van Schieland, Ingekleurde versie.
  • Jan Arent Scholten (1855). Profiel van de basaltkade voor het weggezonken deel in de Boompje.

Referenties

  1. Ramaer, J.C. (1911). W.N. Rose, Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, pp. 7-1076.
  2. Bakker, J.S. (oktober 2011). 175 jaar NSMB molenassen. Gearchiveerd op 29 mei 2023. Molenwereld 14 (1): 348-360
Bibliografische informatie