Aert van den Bossche

Aert van den Bossche; Harnoult van den Boske
Persoonsgegevens
Geboren ?
Overleden ?
Beroep(en) Kunstschilder
Oriënterende gegevens
Jaren actief Late 15e eeuw
Stijl(en) Vlaamse Primitieven
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Madonna met Kind in een landschap, 1492-98, Minneapolis Institute of Art

Aert van den Bossche of de Meester van het Martelaarschap van de heilige Crispinus en Crispianus (ook gekend als Aert Panhedel, Aert van Panhedel, Arnoul de Panhedel, Arnoul vanden Bossche en Harnoult van den Boske)[1] was een kunstschilder die hoorde bij de Vlaamse Primitieven en die werkzaam was in Brussel en Brugge in de late 15e eeuw. Hij wordt soms vereenzelvigd met de Meester van de Barbaralegende[2][3] maar hierover is nog geen consensus, een aantal kunsthistorici verwerpen deze thesis.[4]

Biografie

Er is weinig concreet geweten over Aert van den Bossche buiten een document uit 1490, waarin de betaling voor het schilderen van de Legende van de HH. Crispinus en Crispianus wordt gemeld.[2] Hij had een zoon Gielis van den Bossche die ook in Brussel werkte en bij het gilde geregistreerd was. Hij zou ook ingeschreven geweest zijn bij het Brugse gilde in 1505 als Harnoult van den Boske.[5]

Over zijn afkomst is niets met zekerheid geweten. Volgens sommigen zou hij afkomstig zijn uit Brugge (studie uit 1950),[1] anderen suggereren 's-Hertogenbosch (studie uit 2001),[5] de Noordelijk-Nederlanden (studie uit 1936)[6] en Brussel (studie uit 1994).[7] Ook over zijn opleiding is niets met zekerheid geweten, maar sommigen zien hem als leerling of als medewerker van Hugo van der Goes.[8] Van den Bossche moet enig aanzien in Brussel genoten hebben, want hij bracht het tot raadsheer van de stad.[8]

Werken

Bespreking

Dankzij het archiefdocument van het schoemakersgilde weten we dat het werk de Legende van de HH. Crispinus en Crispianus van de hand van Aert van den Bossche (of atelier?) is.[9] Dit werk werd vroeger toegeschreven aan de Meester van het Martelaarschap van de heilige Crispinus en Crispianus. Het werk is verdeeld geraakt over drie musea, het middenpaneel van dit werk wordt bewaard in het Muzeum Narodowe w Warszawie (Nationaal Museum van Warschau), twee buitenluiken bevinden zich in het Stedelijk Museum in Brussel en de twee andere buitenluiken in het Gosudarstvennyj muzej A.S. Puškina (Poesjkinmuseum) in Moskou.

Naast dit werk wordt ook het rechterluik van de triptiek met de Mirakels van Christus in Melbourne, dat de opwekking van Lazarus voorstelt, vroeger toegeschreven aan de Meester van de Barbaralegende, nu gezien als van de hand van Aert van den Bossche.[10]

De associatie met de Barbara-meester is niet de enige, in recente studies wordt er op gewezen dat Van den Bossche ook de schilder zou kunnen zijn van een aantal werken die toegeschreven worden aan de Meester van het geborduurde loofwerk[11]

Ook het Jobretabel in Keulen wordt door Griet Steyart gezien als een werk van Aert van den Bossche en een medewerker.[12]

Overzicht

  • Martelaarschap van de Heilige Crispinus en Crispianus, ca. 1490-1500
    • Middenpaneel, Warschau, Muzeum Narodowe w Warszawie
    • Twee buitenluiken, Brussel, Stedelijk Museum in Brussel
    • Twee buitenluiken, Moskou, Gosudarstvennyj muzej A.S. Puškina
  • Rechterluik van de Triptiek met de Mirakels van Christus, 2e helft 15e eeuw, Melbourne, National Gallery of Victoria
  • Jobaltaarstuk, 1470-1500, Keulen, Wallraf-Richartz-Museum
Mediabestanden
Zie de categorie Aert van den Bossche van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
referenties
  1. a b Aert van den Bossche op de website van het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Gearchiveerd op 8 oktober 2016.
  2. a b C. Périer-D‟Ieteren, „Le retable du Martyre des saints Crépin et Crépinien et le Maître de la Légende de sainte Barbe‟, Bulltetin des Musées Royaux des Beaux-Arts de Belgique (1989-1991), p. 163.
  3. G. Steyaert, „The Master of the Embroidered Foliage and Aert van den Bossche‟, in F. Gombert & D. Martens (eds.), Le Maître au Feuillage brodé. Démarches d‟artistes et méthodes d‟attribution d‟oeuvre à un peintre anonyme des anciens Pays-Bas du XVe siècle, Parijs 2007, pp. 176-177.
  4. G. Patigny, „Introduction to the Master of the Saint Barbara Legend‟, in P. Syfer-D'Olne, e.a., Masters with provisional names, (The Flemish Primitives, 4), Turnhout 2006, p. 218.
  5. a b Jos Koldeweij Paul Vandenbroeck Bernard Vermet, Hieronymus Bosch The Complete Paintings and Drawings, Harry N. Abrams, Inc. excerpt, pp. 23-24. Gearchiveerd op 12 december 2021.
  6. G.J. Hoogewerff, De Noord-Nederlandsche Schilderkunst, I, Den Haag 1936, pp.480-498.
  7. N. Toussaint, De kleine meesters van het einde van de 15de eeuw, in R. Van Schoute & B. de Patoul (eds.), De Vlaamse Primitieven, Leuven 1994, p. 536.
  8. a b Aert van den Bossche en de Meester van de Barbaralegende op de website "De Erfenis van Rogier van der Weyden". Gearchiveerd op 17 februari 2016.
  9. A.-M. Bonenfant-Feytmans, „Aert van den Bossche, peintre du polyptyque des saints Crépin et Crépinien‟, Annales d‟histoire de l‟art et de l‟archéologie, 13 (1991) pp. 43-58.
  10. N. Toussaint, 1994, p. 554.
  11. G. Steyaert, „The Master of the Embroidered Foliage and Aert van den Bossche‟, in F. Gombert & D. Martens (eds.), Le Maître au Feuillage brodé. Démarches d‟artistes et méthodes d‟attribution d‟oeuvre à un peintre anonyme des anciens Pays-Bas du XVe siècle, Parijs 2007, p. 175.
  12. G. Steyaert, De Brusselse schilderschool na Rogier van der Weyden: De meester van de Sint-Catharinalegende, onuitgegeven doctoraatsverhandeling Vrije Universiteit Brussel, Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Vakgroep Kunstwetenschappen en Archeologie, 2003, p. 394.
  13. Men kan klikken op het aantal treffers onder de titel 'Deze kunstenaar in andere databases', om de toegeschreven werken te bekijken.
Bibliografische informatie